De gevels van dit plan die grenzen aan de straat zijn vormgegeven als formeel. Corresponderend met de statige kantoorvilla die wordt gerenoveerd, zodat het classicistische karakter van het aangezicht van de straat behouden blijft. Ten noorden van deze kantoorvilla worden twee appartementengebouwen met in totaal 19 appartementen gerealiseerd. Het betreft hier twee, verspringende blokken met ieder een eigen materialisatie. De blokken worden met elkaar verbonden door een centrale hal over alle verdiepingen. Deze entreezone wordt vormgegeven als een glazen blok wat de ontsluiting van het appartementengebouw vormt. In tegenstelling tot de formele voorzijde van de twee gebouwen, hebben de zijgevels een informeler en speelser karakter. Achter de kantoorvilla wordt een derde appartementengebouw met 12 appartementen gerealiseerd. Ook dit gebouw wordt parallel aan de verkavelingsstructuur gebouwd. 

De drie appartementengebouwen vormen zich rondom een binnentuin met een parkachtig karakter. Hierdoor hebben de appartementen een sterke connectie met het groen waar de bewoners direct zicht op hebben. De binnentuin wordt vormgegeven als een sociaal hart en zorgt voor dynamiek waar verschillende planten en bloemen het gehele jaar hun weg zullen vinden. Wandbegroeiingen, hagen en grassen maken het een gezonde leefomgeving voor alle leeftijden. In combinatie met lage grassen en meanderende wandelpaden ontstaat daardoor een fijne verblijfsplek.

Natuurlijke materialen vormen de basis van de architectuur van het gehele plan. Waarbij een sterke tweedeling zichtbaar is tussen steen en hout. Het gebouw is aan de straatzijde voornamelijk opgetrokken uit metselwerk. Waarbij slechts één houten gevel het straatbeeld breekt. Naturel houten schuifpuien omlijsten hier de verdiepingshoge ramen. Waarbij de houten lamellen deze deels bedekken voor privacy en schaduw geven op warme dagen. De gevels aan de parkzijde worden allemaal opgetrokken uit hout. De loggia’s van de appartementen met glazen balustrades geven het gebouw een gelaagdheid waardoor er een spel ontstaat tussen open en gesloten. 

Het maaiveld van het plan loopt af waardoor het gebouw aan de achterzijde op pootjes staat. Dat betekent dat je aan de voorzijde van het gebouw betreedt op verdieping nul; de achterzijde daarentegen op verdieping min één waar zich de parkeergarage bevindt. Deze is afgesloten door klimgroen wat rondom het gehele gebouw zichtbaar is. Het groen vouwt zich als het ware om het gebouw heen waardoor het geheel opgaat in de leefomgeving.